Wandelen op het slagveld met Jean-Paul

,

Jean-Paul zakt door zijn knieën en raapt een stuk verroest ijzer op van de pas geploegde akker. “Kijk, dit is een stuk van een eiergranaat, die lijkt nog het meest op een handgranaat”. En verderop: “Dit laten we met rust, want dat is een nog niet ontplofte gasgranaat. De Amerikanen zeiden dan wel dat ze ze niet gebruikten, maar deze is van Franse makelij. Zo konden ze dat blijven ontkennen.”

Jean-Paul de Vries, Brabander in Frankrijk

Jean-Paul is Jean-Paul de Vries, gedreven verzamelaar van alles wat met de Eerste Wereldoorlog en de streek waar hij woont te maken heeft. Van jongsaf aan ging hij met zijn ouders kamperen in de buurt van Romagne-sous-Montfaucon, het hart van het Maas-Argonne-offensief in 1918. Op zijn veertiende vond hij zijn eerste bajonet en toen was hij naar eigen zeggen verkocht. Op zijn negentiende ontdekte hij een massagraf van jonge soldaten die toen net zo oud als hij waren geweest. Dat gaf de doorslag. Hij woont inmiddels al vele jaren permanent met zijn Nederlandse vrouw Brigitte in Romagne, waar hij een privé-museum, het Musée Informel de Romagne ’14-’18, drijft.

Begane grond van het Musée informel ’14-’18 in Romagne.

Het museum is een op het eerste gezicht wanordelijk samenraapsel van stukken oud ijzer, resten van bajonetten en wapens, ketels en pannen, vitrines met talloze potjes en glazen en resten van helmen. Maar er zit wel degelijk een gedachte achter, zo vertelt Jean-Paul. “Het gaat over het dagelijks leven van de soldaat. Ik wil de rauwe werkelijkheid laten zien en niet de opgepoetste, zoals je dat in veel musea gepresenteerd ziet. Hieronder, heb ik loopgraven nagebouwd, verderop zie je het dagelijks leven van de soldaten en op de verdieping hierboven gaat het over verpleging van gewonden, de dood en de herdenking. Ik maak niks schoon, ik restaureer niets, ik laat de voorwerpen zien zoals ik ze gevonden heb in de velden rond Romagne.”

De hoeveelheid voorwerpen, zowel Duitse als Amerikaanse is inderdaad overweldigend. Een wand met vele tientallen messtins, etensnappen, domineert de bovenverdieping. Maar er zijn ook kammetjes, knopen, drinkbekers, soldatenkunst, foto’s en brieffragmenten. Het dagelijks leven van de soldaten trekt voorbij. Geen wonder dat Jean-Pauls museum vele schoolklassen trekt, uit Frankrijk en Nederland, aan wie hij op mitrailleur-snelheid zijn verhaal vertelt.”Wist je dat Nederland de grootste leverancier van cocaïne was aan de strijdende partijen?”

Overal in de velden rond Romagne liggen restanten van wapens en munitie.

Vertellen doet hij ook wanneer je met hem tijdens een drie uur durende wandeling op sjouw gaat in de omgeving van Romagne. Het landschap gaat voor je leven als Jean-Paul je laat zien dat dat bosje dáár de fundamenten van Duitse bunkers bevat, dat dáár ooit een boerderij stond en dat dat huis in het dorp na de oorlog opnieuw is opgebouwd met gebruikmaking van oud legermateriaal. En inderdaad, de balken en lateien bestaan uit bunkerbeplating en oude spoorrails.

Huis in Romagne, geheel opgetrokken uit materiaal van een voormalige Duitse barak.

Jean-Paul verstaat de kunst het landschap te lezen in de termen van de Eerste Wereldoorlog en weet dat ook over te brengen. “Zie je die ronde kuil? Dat is de inslag van zo’n eiergraat. En die vierkante, dat is een Amerikaans schuttersputje. Dat het Amerikaans is kun je zien, omdat de aarde naar die richting, waar de Duitse bunker stond, is opgeworpen.” De akker waar we over lopen is net geploegd en binnen 10 minuten hebben we scherven van grote en kleine granaten gevonden, ijzerbeslag van munitiekisten, kogelhulzen en een paar gasgranaten. “Die leggen we apart en als het er een stuk of 30 zijn, dan pas komt de mijnenopruimingsdienst, eerder niet. Maar wees voorzichtig en blijf overal af, want in principe kan alles wat je hier vindt levensgevaarlijk zijn”. Daarnaast is het ook bij wet verboden om iets mee te nemen of met een metaaldetector op zoek te gaan. Jean-Paul heeft toestemming van de Franse overheid om zijn collectie te onderhouden, maar scherpe munitie laat ook hij absoluut liggen.

Loopgraaf op de Côte de Dame, restant van Kriemhilde/Hindenburg-linie.

Het hoogtepunt van de wandeling bereiken we bovenop de Côte Dame Marie, waar we de centrale loopgraven van de Hindenburg-linie, de Kriemhilde, nog overduidelijk over de heuvel zien zigzaggen. “Deze heuvel werd in oktober 1918 verdedigd door hooguit 500 à 1000 Duitse soldaten. Liefst 30.000 Amerikanen hadden er drie dagen voor nodig om de heuvel te veroveren.” Je kijkt om je heen en je begrijpt meteen het hoe en waarom. Daar heb je geen multimedia-show voor nodig, het landschap zelf vertelt het verhaal. De heuvel is compleet omgeploegd door zware granaatinslagen. “De bomen die je nu ziet zijn allemaal van de laatste 50 jaar, daarvoor wilde er jaren niets groeien en nog steeds is het er doodstil, want er zijn maar weinig vogels.”

Gasgranaat uit de Eerste Wereldoorlog. Nog altijd levensgevaarlijk!

Maar de lol begint er af te raken voor Jean-Paul. “De Amerikanen gaan dit hele gebied onder handen nemen, om er nog nadrukkelijker een Amerikaans gedenkspektakel van te maken. Straks in 2014 is het 100 jaar geleden dat de oorlog begon. Er komt een nieuw groot bezoekerscentrum bij het American Cemetery, met nette wandelpaden en overal bordjes. Een beetje zoals het er in Verdun toegaat”.
De Eerste Wereldoorlog wordt big business in Romagne en omgeving, als het inderdaad zo zal gaan als Jean-Paul schetst. In dat geval pakt hij zijn biezen: “Ik verkoop de hele boel, ze mogen het zo overnemen.” En wat gaat hij dan doen? “Dan ga ik in Zuid-Bretagne wonen, ik weet al waar. En dan begin ik een strandjuttersmuseum, waar ik het verhaal van de zee en de ecologie ga vertellen. Dan ben ik helemaal klaar met die oorlog.”

We zullen zien. Op dit moment beheerst ’14-’18 nog steeds zijn leven.

Een filmpje (Franstalig) over Jean-Paul is te zien op: http://www.dailymotion.com/video/xcuz58_l-etrange-musee-de-guerre-de-jean-p_travel

*UPDATE*

Jelle de Jong schrijft ons (6 augustus 2014): “Leuk geschreven en heel herkenbaar is het verhaal van Romagne en het museum 14-18 van Jean Paul en Brigitte. Kom net terug uit deze omgeving en kan je melden dat Jean Paul voorlopig  heeft besloten om te blijven en de ‘gekkenboel’ zoals hij dat noemt (en ik ook verwacht) van 2018 over zich heen zal laten komen. Veel scholen weten zijn locatie te vinden en dit jaar zijn er al 5000 bezoekers geweest. Nog immer heel gedreven en enthousiast. Leuk om te vermelden is dat de “uitstalling” in het museum ieder jaar wordt aangepast – voor mij was het de 3e keer dat ik in deze omgeving was en steeds opnieuw verrassingen herbergt.”

Waarvan akte, het ziet er naar uit dat Jean-Paul tot in lengte van dagen de velden van Romagne zal blijven doorzoeken.

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *