Joodse gebedsset terug waar hij hoort

,
De gebedsset, met kleed, riemen en mini-torah-rollen; lange tijd bij elkaar in een fluwelen foedraal bewaard.

Omstreeks 1942 of 1943 gaf een Joodse student uit Delft een gebedsset in bewaring aan mijn vader. Mijn vader, Frederik E. van der Zee (1923-1983) kwam eveneens uit Delft. Misschien kende hij de student uit het Delftse verenigingsleven, of van school, ik weet het niet. De set bestaat uit een gebedskleed (talliet), gebedsriemen (tefilien) en twee kokertjes met daarin een mini-Torah. Alles in een fluwelen foedraal. Zoals ik vernam worden de talliet en de tefillien gedragen bij het uitspreken van de gebeden, overdag tijdens diensten en ’s ochtends bij het opstaan. De betekenis van deze rituelen is dat Joden zo al sinds eeuwen herinnerd worden aan het feit dat ze zich als het ware moeten hullen in de traditie en de gebruiken en opdrachten die daaruit voortkomen. De student is nooit meer teruggekomen bij mijn vader om zijn gebedskleed weer op te halen. Het is onbekend wat er met hem is gebeurd en ook zijn naam heb ik niet meegekregen. De set is zo in het bezit gebleven van mijn vader, hij heeft hem altijd trouw bewaard voor het geval de student toch weer zou aankloppen.

Na de oorlog ging mijn vader theologie studeren in Leiden. Hij werd vanaf 1951 dominee van de Nederlandse Hervormde kerk en daarnaast ook godsdienstleraar. Incidenteel gebruikte hij de set om op school te laten zien als het thema Jodendom werd behandeld. Na zijn overlijden in 1983 kwam de set als vanzelf in mijn bezit. Ik verkende in de loop der tijd verschillende mogelijkheden om de set aan een museum of instantie over te dragen, maar dat lukte niet, onder meer omdat ik geen duidelijke herkomst kon aangeven. Musea zijn er – terecht – wat huiverig voor om voorwerpen zonder documentatie aan te nemen. Als je niet uitkijkt komt er roofkunst in je bezit, of andere goederen van schimmige provenance. Ik wist niet meer dan ik hierboven schreef, dat een student de set aan mijn vader in bewaring had gegeven. Zo bleef hij al die tijd bij mij in de kast liggen.

Pas in september 2022, vorig jaar dus, kwam ik via een kennis (Wil Parijs) in contact met de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam. Ik bood de set opnieuw aan en nu werd hij geaccepteerd. Wil is lid van die gemeente en gebruikt de set als illustratief materiaal voor bij de lezingen die hij op diverse scholen (joods en niet-joods) geeft in Amsterdam en omgeving. Ik kreeg zelfs een buitengewoon vriendelijk bedankbriefje van rabbijn Rookmaaker dat eindigde met de mooie formulering ‘Moge de gedachtenis aan uw vader tot zegen zijn voor u en de uwen.’

Zo is het na al die jaren toch nog goed gekomen. De gebedsset verkeert weer in een omgeving waar hij ooit voor was bedoeld en nieuwe generaties maken kennis met dit typisch joodse erfgoed. Helaas zal ik nooit weten wie die jongen was aan wie hij ooit toebehoorde of wat er van hem is geworden, maar ik vrees het ergste.

Met dank aan rabbijn Joram Rookmaker van de LJG Amsterdam voor de uitleg bij de voorwerpen

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *