Een scheepswerf op Zevenhuizen
Kort geleden was ik in Franeker. Ik was op zoek naar de plek waar mijn betovergrootvader veertig jaar lang een scheepswerf runde. Jan Haringszoon van der Zee (1818-1889) was in 1840 of vlak daarvoor die scheepswerf begonnen, samen met een Douwe Jansz van der Zee, waarschijnlijk zijn neef. Hij had het scheepsbouwersambacht van geen vreemde. Zijn vader, Haring Tjibles (1763-1822), was scheepstimmerman geweest in Heeg en diens vader Tjibbe Jans (1725-1783) weer vóór hem en waarschijnlijk nog generaties daar weer voor.
Dankzij gegevens die ik via een Friese historicus en het Fries Scheepvaartmuseum had gekregen wist ik ongeveer waar ik moest zijn. In de notariële akte uit 1884, toen de scheepswerf met alles erop en eraan werd verkocht, stonden namelijk ook de kadastrale nummers vermeld.
In combinatie met de kadastrale atlas 1830 die voor Friesland helemaal op internet te vinden is, met het daarbij verstrekte Google Earth-overzicht (hulde aan het Fries Historisch Centrum Tresoar) konden wij, gewapend met iPhone voor de precieze gps-locatie, ter plaatse de plek gaan zoeken.
Na even rondfietsen en de resterende sporen in het landschap vergelijken met de gegevens van de oude kadastrale atlas, lukte het de plek te vinden. Dit type historisch onderzoek is net zo leuk als archiefonderzoek. Het landschap zelf wordt het archief; je legt er als het ware een laag overheen. Na een tijdje zie je die moderne huizen niet eens meer, maar wel dat verwaarloosde slootje dat op de kadastrale atlas de erfscheiding aangeeft. Gevonden! En een historische sensatie rijker.
De scheepswerf lag in een flauwe bocht van het kanaal, even ten oosten van Franeker in de buurtschap Zevenhuizen. Aan dat kanaal (het oude kanaal naar Leeuwarden), zijn nog steeds een paar jacht- en scheepswerfjes gevestigd. Een ambachtelijke rafelrand van de stad. Daar bouwde Jan Harings zijn pramen, snikken en een enkele tjalk totdat de moderniteit toesloeg, Friesland in crisis raakte en de werf met alle huizen werd verkocht aan iemand uit Harlingen. De zoon van Jan Haringszoon, Haring Janszoon, mijn overgrootvader, werd ambtenaar bij de provinciale waterstaat. Aan tenminste vier, misschien vijf, generaties scheepsbouwende Van der Zee’s was een einde gekomen. Dat wil zeggen, in mannelijke lijn. De oudste dochter van Jan Haringszoon, Froukje van der Zee (1843-1917), trouwde met een van de knechts, Rients Brandsma (1836-1918). Hij kocht rond 1870 vlakbij Franeker een scheepswerf. Deze werf werd begin 20ste eeuw verplaatst naar het gehucht Rohel bij Augustinusga, waar men zich ging toeleggen op de jachtbouw. Werf Brandsma in Rohel bestaat nog steeds en bouwt prachtig gelijnde houten jachten. Ik hoop dat het hen goed gaat.
Van Jan Haringszoon weet ik nog slechts weinig. Zijn geboorteakte, zijn huwelijksakte met Antje Boersma, de dochter van een bakker uit Franeker en een handvol advertenties uit de Leeuwarder Courant. Hopelijk duikt er nog wat op uit de archieven. De scheepswerf zelf is compleet verdwenen. Ik heb me voorgenomen om de komende jaren alles over die werf te weten te komen en dat leven en die scheepswerf als het ware te gaan reconstrueren. Een nobele taak in het verschiet, en voor iemand die dertien jaar van zijn leven doorbracht op een scheepswerf van reconstructies ook wel weer een mooie ironie.
Bronnen:
* Mededelingen Sicco van Albada (Leeuwarden) en Meindert Seffinga (Fries Scheepvaartmuseum, Sneek)
* Leeuwarder Courant, archief via www.dekrantvantoen.nl
* Bein Brandsma, Honderd jaar Brandsma Rohel, Haarlem, 1998 (Spiegel der Zeilvaart).
De 5000-ste Tweet voor het nageslacht bewaard op dit blog;
dat vraagt niet alleen om felicitaties maar ook om een uitgebreide reactie van familiekant ! Wat was het leuk om vorige week samen met jou te ontdekken dat “jouw” Haring Tjibbes uit 1763 een broertje was van “mijn” Tjibbe Jansz uit 1761. Beiden dus zonen van Tjibbe Jansz uit Heeg ! Haring zocht zijn geluk in de scheepsbouwerij in Franeker, terwijl Tjibbe Jansz naar Harlingen vertrok om daar de scheepsbouwerij in te gaan. De zonen van Tjibbe: Meindert, Rommert en natuurlijk weer een Haring bouwden eveneens schepen, waarvan “De Drie Gebroeders” er een was. Het model van deze tjalk is te vinden in het Hannemahuis van Harlingen. En natuurlijk ga ik ook verder op onderzoek uit…naar onze wortels in dat verre Friesland !
Dag Carolyt, Dank voor je reactie. Het is verre familie, maar dat schept toch een band.
Mijn voorvader Haring Tjibbes van der Zee uit Heeg, had een zoon Harmen Haring, geboren 18.9.1807 te Heeg. Hij trok naar Harlingen, kreeg een zoon Sipke, geb.17.7.1841, die scheepswerf kocht aan de Trekvaart . Het huis staat nu in het Zuiderzeemuseum. We zijn verwant! Ik ben erg geïnteresseerd. Hoop van u te horen.
Metvriendelijke groet,
Theo van der Zee, Beetsterzwaag
Ik had al eerder vandaag gereageerd, maar beschikte toen niet over mijn computer. Op het tablet van mijn vrouw werkt het wat moeilijker, daarom hield ik het kort. Nu wat uitvoeriger dan.
Onze gemeenschappelijke voorvader, Haring Tjibbes van der Zee uir 1763 had dus tenminste twee zoons: Jan Haringszoon (1818-1889) en Harmen Haring (1807-1867), scheepstimmermansknecht. Diens zoon Sipke van der Zee (1841-1908) kocht op 16 maart 1881 een scheepstimmerwerf met hellingen, woonhuis en schuur uit de nalatenschap van D.R. van der Zee (een nakomeling van de Tjibbe van Carolyt?). Na zijn dood verkocht de weduwe uit een 2e huwelijk de werf en vertrok met haar kinderen naar de VS. Zijn zoons, waaronder mijn grootvader Harmen (1868-1928) waren nog scheepstimmerlui. Mijn vader Sipke(1894-1972) en zijn broer Johannes waren timmerman, evenals diens zoon Sipke. De verdere familie beoefent het vak hoogstens als hobby.
Wat ontzettend leuk om te horen. Ik neem nog contact op per email, dan voeg ik nog wat genealogische gegevens toe.
Hallo wat leuk om dit te lezen!
Ook ik ben een ver familielid, namelijk van de broer van Haring Tjibbes van der zee en zoon van Tjibbe van der Zee. (Ik heb ook de spellingsvariant Tjebbe gevonden). Namelijk Jan Tjebbes (1761, ter Heeg) van der Zee. Douwe Janz van der Zee is zijn zoon. Ik stam verder af van zijn andere zoon Meindert van der Zee (1796 te Heeg-1876) (Hij heeft ook een zoon rommert en Haring). (Ik denk dat de Tjibbe Janz van der Zee (1961) van Carolynt dezelfde person is, zelfde geb. jaar en zelfde namen van de zonen.
Leuk om zo meer informatie te verkrijgen van mijn familie, ook al is het heel ver weg.
Groetjes Lorrain Mes (1985)
Ha, de familie wordt groter en groter. Jij stamt dus van diezelfde drie gebroeders af als Carolyt. Daar lijkt het op. Dank voor je reactie.
Wat leuk om te lezen, het bericht van Lorrain. Ben benieuwd naar wie van de overgebleven kinderen van Meindert en Janna loopt: naar Grietje uit 1831, Jan uit 1832 of Antje uit 1839, Doekele is mijn betovergrootvader die geboren werd in 1835
Hallo
Ik stam af van Jan van der Zee (1832), hij kreeg een zoon Doekele (1866). Doekele kreeg een zoon Klaas (1894). Klaas kreeg een dochter Johanna (1926) en dat was mijn Oma.
Dag Lorrain. We zijn dus inderdaad familie: “jouw” Jan van der Zee is de broer van mijn betovergrootvader Doekele. Ben benieuwd tot wanneer jouw voorouders in Harlingen zijn blijven wonen. En heb je De Drie gebroeders al eens gezien die in het Hannemahuis staat ? Groet