Avonturen van een Franse graaf in Holland (1)

Titelblad van de Franse editie van de Memoires van de graaf van Guiche, uitgegeven in 1744.

Het is altijd interessant wanneer een buitenlander Nederland bezoekt en zijn observaties publiceert. Dat is des te interessanter wanneer dat gebeurt in een tijd waarin niet zoveel buitenlanders Nederland bezoeken en daarover schrijven. Om die reden houd ik mij al een paar jaar bezig met de Mémoires van de graaf van Guiche.

Armand van Gramont, graaf van Guiche leefde van 1637 tot 1673 en vertoefde in 1665 en 1666 in de Nederlandse Republiek, waarover hij een interessant boek schreef: de Mémoires du Comte de Guiche. Het is nog eens de bedoeling om mijn onderzoek naar hem in een boek te publiceren, maar daar is het nog niet van gekomen. Wel verscheen in 2007 het artikel ‘Avonturen aan boord bij De Ruyter’ in het Tijdschrift voor Zeegeschiedenis over Guiche’s verblijf aan boord bij de beroemde admiraal Michiel de Ruyter tijdens de Vierdaagse Zeeslag ( juni 1666).

Armand de Gramont was een man met lef. Hij bezat in hoge mate wat de Fransen panache plegen te noemen, een vorm van wereldwijze branie en zwierige bravour met als doel anderen te imponeren met avontuurlijke verhalen. Dat de waarheid daarbij wel eens in het gedrang komt is niet erg, zolang men maar niet op een échte leugen wordt betrapt.

Deze Armand de Gramont was in 1664 in ongenade gevallen bij koning Lodewijk XIV. De reden daarvoor was dat hij een romance was begonnen met ‘Madame’, dat wil zeggen de vrouw van de broer van de koning. Deze Henriette-Anne (1644-1670) was de jongste dochter van Karel I, de koning van Engeland. Zij was getrouwd met ‘Monsieur’, ofwel Philippe van Orléans. Op zich was zo’n verhouding geen probleem aan het Franse hof, maar wel als dat algemeen bekend dreigde te worden. Koning Lodewijk moest ingrijpen.  Dankzij de invloed van zijn machtige vader, de maarschalk Antoine III, hertog van Gramont, werd graaf Armand niet op bevel van de koning in de bastille gegooid, maar tijdelijk verbannen naar de Republiek, waar hij misschien nog van nut kon zijn. Overigens had Guiche’s zuster Cathérine-Charlotte op haar beurt een verhouding met de koning zelf. Zie voor alle ins en outs van het liefdesleven aan het hof van Lodewijk XIV het boek Lodewijk XIV, van Antonia Fraser.

In zijn Mémoires beschrijft Guiche onder meer de Nederlandse politieke verhoudingen. Aanvankelijk was hij een bewonderaar van de staatsinstellingen hier te lande. Een echte Republiek, dat was toch net zoiets als bij de Romeinen voor wie hij grote achting had? Hij stond evenwel stomverbaasd toen hij er achter kwam dat een moderne Republiek één grote arena van belangentegenstellingen is, waar iedereen ten koste van de ander zijn eigen belang veilig wil stellen. De grote Johan de Witt wordt door hem beschreven als een sluwe vos die iedereen aan een touwtje heeft en haarfijn alle belangen weet te bespelen door nu eens die en dan weer een ander gunsten te verlenen, wat hem doet verzuchten: “Deze Republiek verdient volstrekt niet de naam van ‘Verenigde Provincien’. Want ze zijn zo intens verdeeld, zowel de gewesten onderling als de steden binnen die gewesten, dat het niet lang meer zal duren of ze zullen snakken naar een Leider die hen verenigt en aan alle twisten een eind maakt”.

De val van De Witt in het Rampjaar 1672 moet door Guiche – die toen al weer hoog en breed terug in Frankrijk was- met instemming zijn begroet. Het Franse leger trok op naar Nederland en een van de compagnieën werd aangevoerd door Guiche. De oversteek over de Rijn en de verovering van Arnhem is deels op zijn conto te schrijven. In Parijs werd hij daarom als een held verwelkomd. Een jaar later werd hij echter tijdens een campagne in de Elzas door een koortsinfectie getroffen en overleed hij, slechts 36 jaar oud.

In volgende blogs meer avonturen van de graaf van Guiche in Nederland. Betrouwbare afbeeldingen zijn er helaas niet van hem overgeleverd.

4 antwoorden
  1. J.E.van Dam
    J.E.van Dam zegt:

    Interessant om dit te lezen. Het bevestigt het beeld van de vooraanstaande positie die Johan de Witt innam in de Republiek. Een positie die ook door andere commentaren wordt geschetst. Zo beschrijft William Temple de Engelse Ambassadeur in Den Haag Johan de Witt als een volmaakte Hollander. De Franse Ambassadeur merkt al snel dat als hij in de Republiek iets gedaan wil krijgen hij dan bij Johan de Witt moet zijn. Beschrijft hem ook als een van de weinigen in de Republiek die niet omkoopbaar zijn!

    Beantwoorden

Trackbacks & Pingbacks

  1. […] de Gramont, graaf van Guiche, die verder zou uitbouwen. Over de manier waarop Armand dat deed zie een eerder blog en ook later zal ik hierover meer […]

  2. […] Een eerdere aflevering over Guiche in Holland is geplaatst op 11 januari 2010. […]

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *