Thuiskantoordependence alias Het Werkpaleis

UItzicht pover Haarlem vanuit het Werkpaleis. Foto auteur, 2020.

Zoals zovelen ben ook ik sinds dit voorjaar grotendeels veroordeeld (nou ja…) tot thuiswerken. Het officiële kantoor van mijn werk bevindt zich in het centrum van Delft aan een oude gracht en daar kom ik nu nog maar zelden. Dat is best jammer, want Delft is een mooie stad en ik maakte er altijd graag tussen de middag een wandeling door de binnenstad.

Nu wil het geval dat mijn echtgenote beschikt over een eigen klein kantoor aan de rand van het centrum in Haarlem. Het zit in een niet al te fraai jaren-70-kantoorpand tegenover het Haarlemse station waar op tijdelijke basis kleine units worden verhuurd aan zzp’ers. Zij maakt er al enkele jaren gebruik van. Omdat zij er niet altijd hoeft te zijn kan ik er geregeld een dag naar toe. Zij noemt het haar ‘Werkpaleis’ en die benaming heb ik dus maar overgenomen. Naar analogie van de koning, die heeft behalve een thuispaleis ook een werkpaleis aan het Haagse Noordeinde, waar zijn moeder trouwens ook al zat. Het voordeel van werken in een Werkpaleis is dat het je in staat stelt om wat afstand te nemen tussen woon- en werkplek. Het is voor mij ruim 20 minuten fietsen of als het regent een stuk met de bus en een stukje lopen en dat is net lang genoeg om je hoofd even leeg te kunnen maken en je te concentreren op werkdingen.

Een bijkomend voordeel is dat ik op mijn werkpaleisdagen een lunchwandelingetje kan maken door Haarlem en dat biedt wat leuke mogelijkheden om beide steden met elkaar te vergelijken. Ze lijken immers op het eerste gezicht nogal op elkaar, Haarlem en Delft, maar kennen elk een iets andere ontstaans- en wordingsgeschiedenis zodat er toch ook verschillen zijn. Zo is Delft in de 12de eeuw ontstaan langs een ontginningskanaal met aan weerszijden boerderijen en wat ambachtelijke bedrijfjes (de Oude Delft), terwijl Haarlem een veel oudere nederzettingsgeschiedenis kent op de plek die nog altijd het hart van de stad is: de Grote Markt. Aan die markt bevond zich sinds mensenheugenis het bestuurscentrum (het grafelijk hof, nu het stadhuis) en ook het religieuze centrum, de Sint Bavo. In Delft lag de Markt net iets achter de oudste bewoning en die ontstond echt als marktplaats voor de producten van de boeren in de directe omgeving. De Hollandse graaf en zijn bestuur vestigden zich daar pas nadat er al een nederzetting was. Dat grafelijk hof werd nadien het huidige stadhuis.

Het oudste kerkelijke gebouw in Delft, de Oude Kerk (waarvan de scheve toren door Delftenaren liefkozend de Oude Jan wordt genoemd) bevindt zich dan ook niet aan de Markt, maar aan de Oude Delft, in het centrum van de oorspronkelijke nederzetting. Aan de Markt staat wel de beroemde Nieuwe Kerk, maar die staat daar pas vanaf het einde van de 14de eeuw toen Delft al echt een flinke stad was geworden, terwijl de voorganger van de Bavo aan de Grote Markt in Haarlem misschien zelfs al uit de 10de eeuw stamt. Met de bouw van de huidige Bavo is begonnen ongeveer in dezelfde tijd als de Nieuwe Kerk in Delft, kort na 1370.

Verder overheersen natuurlijk de overeenkomsten tussen beide steden. Groot en belangrijk geworden gedurende de Middeleeuwen, vooral dankzij de bierproductie; enorme groei en bloei in de vroeg-moderne tijd dankzij handel en nijverheid (textiel en aardewerk) en nog altijd tal van mooie gevels en andere herinneringen aan de Gouden Eeuw. Beroemde schilders kwamen er ook vandaan. Delft heeft Vermeer en Pieter de Hooch, Haarlem kent een hele rits schilders uit de 16de en 17de eeuw (Frans Hals! Judith Leyster! Ruysdael!). Beide steden trekken ook veel toeristen uit de hele wereld, waarbij Haarlem profiteert van de al aanwezige toeristen in Amsterdam, en Delft veelal is opgenomen in diverse Holland-tours van grote touroperators (buiten de coronatijden dan…). Museum Prinsenhof (Delft) en Frans Halsmuseum (Haarlem) zijn redelijk aan elkaar gewaagd, maar de balans slaat hier wel door naar Delft, want alleen daar zie je echte kogelgaten in de muur vanwege de moord op Willem van Oranje. Haarlem daarentegen beschikt over een heuse rivier, het Spaarne en dat is ook niet mis. En hofjes, heel veel hofjes!

Zo maak ik geregeld al mijmerend mijn lunchrondje door de Haarlemse binnenstad en probeer overeenkomsten en verschillen te zien en te verklaren. Daarna betreed ik het kantoorgebouw, neem de lift naar de vijfde verdieping waar het Werkpaleis zich bevindt en zie dan door het raam wat deze thuiswerkplek, de thuiswerkdependencewerkplek, zo bijzonder maakt. Dat uitzicht, dat heb je echt alleen maar in ons eigen Werkpaleis.

Haarlem is natuurlijk, net als tal van andere steden, enorm veranderd in de afgelopen 100 jaar. Hoe mooi en stil het ooit was kun je zien in dit filmpje uit 1919. Het is gerestaureerd, ingekleurd en op tempo aangepast.

 

Dit bericht werd eerder gepubliceerd als #Thuishoek op de site van Holland Historisch Tijdschrift op 27 oktober 2020.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *