De stad van het Tweede Legioen

,
De grote muur van het Romeinse theater in Orange. De toneelvloer, de scaena, wordt in gereedheid gebracht voor het zomerfestival, de Chorégies.

De grote muur van het Romeinse theater in Orange. De toneelvloer, de scaena, wordt in gereedheid gebracht voor het zomerfestival, de Chorégies.

Te midden van alle Oranjegekte vanwege het WK-voetbal in Brazilië, leek een bezoek aan de Zuid-Franse stad Orange, in het dal van de Rhône, om meer dan één reden een goed idee. Ik wilde er altijd al eens heen en ik was hier nu toch.

We hebben allemaal, nou ja, velen van ons, op school geleerd dat Willem van Oranje in 1544 het prinsdom Orange erfde van zijn neef René van Chalon en dat het aan die erfenis te danken is dat nu talloze voetbalsupporters zich in de kleur oranje hijsen. Daar komt het kort gezegd op neer. Orange maakt alweer sinds 1713 volledig deel uit van Frankrijk, maar de titel ‘Prins van Oranje’ wordt nog altijd door ons vorstenhuis gevoerd.

Orange kan terugkijken op een oude geschiedenis. Lang voordat het behoorde aan de familie van Chalon werd het geregeerd door de heren van Baux en daarvoor weer door de graven van Toulouse, directe verwanten van Karel de Grote. Maar vóór alles was het natuurlijk een Romeinse stad, gesticht rond 35 voor Christus door en ten behoeve van de veteranen van het Tweede Legioen. Het was met dit legioen dat Julius Caesar een begin had gemaakt met de verovering van (bijna!) heel Gallië. De stad heette voluit de Colonia Firma Julia Secundanorum Arausio, kortweg Arausio, en ontwikkelde zich tot een belangrijke Romeinse stad. Arausio verwijst naar de naam van de Gallische nederzetting die daar eerder gelegen was.

Er is niet heel veel dat nog aan Arausio herinnert, maar wat er nog wel is slaat je met stomheid. De triomfboog waarop de beslissende veldslag van ‘Het Tweede’ wordt verbeeld – inclusief verslagen en vertrapte Galliërs – is al prachtig, maar de resten van het grote theater zijn echt verbluffend. De enorme theatermuur van 103 meter lang en 36 meter hoog heeft als door een wonder alle eeuwen overleefd en is nog de enige in zijn soort die zo goed als intact is gebleven. Zo’n muur vormt niet alleen de achterwand van de toneelvloer, de scaena, maar was ook gedecoreerd met zuilen en standbeelden, waaronder een 3 meter hoog marmeren beeld van de keizer. Het theater bood plaats aan 10.000 bezoekers en kon volledig worden overdekt met oprolbare doeken, tegen de zon en de regen. In de 19de eeuw is het gerestaureerd, waarbij onder meer het tribunegedeelte weer werd opgebouwd. Sindsdien worden er ook weer voorstellingen gegeven en elk jaar in juli vinden er sinds 1869 de Chorégies plaats, een drukbezocht festival met opera en toneel.

015 theater3

En als je dan even gaat zitten op de grote stenen tribune kost het niet veel moeite om je de Romeinse theatervormen zoals de mime of de komedie voor de geest te brengen. Je hoort het geroezemoes en het geroep van de toeschouwers in de richting van de acteurs. Er zijn verkopers van programmablaadjes en de geur van etenswaren. Misschien klinkt er zelfs geklap en gejuich. En zo komen een Romeins theater en een stadion vol Oranjeklanten toch dichterbij elkaar dan je misschien vermoedde.
Hup Oranje!

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *