De Oude Kerk in Amsterdam

, ,
Gewelfschildering Oude kerk

Gewelfschildering in het zuidelijke deel van de Oude Kerk in Amsterdam, een pietà van Maria met Christus in een schip getuigd met sprietzeil. Het gaat hier om een binnenvaartschip, de afbeelding hoort bij de kapel van het gilde van de Binnenvaarders. (Foto auteur)

In mijn in 2018 verschenen boek over de Wendische Oorlog (1438-1441), besteed ik ook ruim aandacht aan het erfgoed van de Hanze in Nederland. In Oost-Nederland speelt de herinnering aan de Hanze een grote rol, vooral waar het de moderne city-marketing aangaat (net als in Duitsland), maar in West-Nederland is dat in het geheel niet het geval. Hieronder volgt wat ik in mijn boek schrijf over het Hanzeverleden van Amsterdam. Eén monument steekt daar ver boven uit en dat is de Oude of Sint Nicolaaskerk.
De kerk is sinds enkele jaren – mede – in gebruik als expositieruimte en dat leidt nogal tot spanningen. Begrijpelijk in mijn ogen, want de ruimte van de kerk en zijn prachtige lichtval wordt door diverse kunstprojecten enorm geweld aan gedaan. De laat-15de-eeuwse plafondschilderingen zijn door vèrgaande ingrepen, zoals rood gekleurde vensters, soms helemaal niet meer te zien. Dat is vooral een enorme miskenning van wat deze kerk in zichzelf aan monumentale kracht en schoonheid te bieden heeft. Gelukkig zijn er verschillende organisaties, zoals Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, nu in het geweer gekomen. Laten we daarom hopen dat dit misbruik van de kerk, die Beeldenstorm en Alteratie overleefd heeft, maar weerloos blijkt tegen moderne kunstmanagers, snel zal worden gestopt.

Amsterdam en de Hanze
In het huidige Amsterdam speelt het Hanzeverleden geen rol van betekenis. Het is welhaast een academische kwestie voor die enkeling die zich bezighoudt met de late middeleeuwen en daarbij stuit op de belangrijke plek die de relatie met de Hanze voor de stad heeft gehad. In termen van cultureel erfgoed heeft die vijftiende eeuw voor de miljoenen bezoekers aan Amsterdam geen enkele betekenis. Zij komen niet meer als bedevaartgangers voor het Mirakel uit 1345, maar voor de pracht en praal van de Gouden Eeuw, voor de grachtengordel, het Rijksmuseum, het Paleis op de Dam en de andere toeristische trekpleisters. Van de vijftiende eeuw of de Hanzetijd rest praktisch geen spoor, enkele kleine herinneringen daargelaten. De Sint Annenstraat verwijst mogelijk naar de gelijknamige schutspatrones uit Lübeck. De rond 1450 gebouwde, maar later gesloopte en in 1644 weer herbouwde Sint-Olofskapel was van belang voor het Bergenvaardersgilde, dat deze kapel liet bouwen als dank voor een verkregen handelsprivilege van de Noorse koning. De Sint-Jacobskapel in de bocht van de Nieuwendijk bij het IJ, waar de medestanders van Claes de Grebber in 1445 ‘clockeslach’ hadden willen maken, bestond toen nog maar net. Hij was in 1435 gebouwd en deed tot de Alteratie van 1578 dienst als kapel voor de bedevaartgangers naar Santiago de Compostela. De kapel werd in 1578 verbouwd tot meerdere woonhuizen en is in 1752 gesloopt.

De kerk die nu de Oude Kerk heet was ooit gewijd aan Sint-Nicolaas en vormt eigenlijk in zijn geheel de voornaamste herinnering aan het Amsterdam van de vijftiende eeuw en het Hanzetijdperk. De kerk is nooit getroffen door hevige branden of ingrijpende vernieuwingen, waardoor wat er resteert nog voor een belangrijk deel authentiek middeleeuws is. Sint-Nicolaas was al sinds eeuwen de beschermheilige van alle zeevaarders langs de Noordzee én de Oostzee. Elke Hanzestad had daarom zijn Nicolaas- of Nicolaïkerk. De Oude Kerk bezit nog laatmiddeleeuwse gewelfschilderingen, die na een restauratie in 1956 tevoorschijn kwamen. Op enkele zien we schepen afgebeeld, zoals de bijzondere pietà van Maria met Christus in een schip, gewijd aan Onze Lieve Vrouwe van het Amsterdamse Binnenvaardersgilde uit de jaren rond 1475. Aan de achterzijde van het koor vinden we zelfs wat gekraste graffiti waarvan één een soort kraak voorstelt. Deze tekening is niet ouder dan de late zestiende eeuw, toen dit deel van het koorschot werd geplaatst. Na de Alteratie van 1578 werd de kerk aan de katholieke dienst onttrokken. Sindsdien is hij als protestantse kerk in gebruik. Het interieur stamt weliswaar uit de zestiende en zeventiende eeuw, maar vele ornamenten zijn ouder, en wie de tijd van de Hanze in Amsterdam wil beleven kan nog steeds het best een bezoek brengen aan de Oude Kerk.

Graffiti Oude kerk

Zestiende-eeuwse krasgraffiti. Een ingekraste afbeelding van een schip (een kraak?) aan de achterzijde van het koorschot in de Oude Kerk in Amsterdam. (Foto auteur)

Hamburger Kapel
Deze kerk bezit nog een belangrijke verwijzing naar de handel met de Wendische steden, in de vorm van de Hamburgerkapel. Al sinds de instelling van de biertol in 1323 waren er nauwe betrekkingen ontstaan tussen Amsterdam en Hamburg. Het Hamburgse bier kwam via Amsterdam Holland binnen en al snel was er een permanente groep Hamburgse kooplieden in Amsterdam gevestigd, die in 1421 een eigen religieuze broederschap stichtten. Deze speciaal op bierhandel gerichte groep wordt door de Duitse historicus Daenell van de betiteling Sonderhanse voorzien. Dat wil zoveel zeggen als ‘buitengewone Hanze’. Amsterdam had dan in zijn visie geen echte Hanzekooplieden binnen zijn muren, voor een Sonderhanse was er in de ogen van de vermaarde Hanzehistoricus wel plek. Omdat de Hamburgers voor hun religieuze plichten waren aangewezen op de Oude Kerk werd hun een eigen altaar toegewezen, het altaar van Sunte Pouwels. Paulus was, naast Petrus, een van de stadspatroons van de stad Hamburg. In 1490 richtte de Hamburger broederschap zelfs een eigen kapel in aan de noordzijde van de kerk. Deze Hamburger kapel is gelegen ten noorden van de hoofdingang, direct bij binnenkomst links, en bestaat tot op de dag van vandaag, maar dan zonder de ooit aanwezige altaren, zodat slechts een nis is overgebleven. Het houten gewelf van de kapel is voorzien van een (niet ongeschonden bewaard gebleven) beschildering van het Hamburgse stadswapen met de beeltenissen van Petrus en Paulus.

Dat Amsterdam er nooit toe over is gegaan om een officiële stedenband met Hamburg aan te gaan, de stad die al vanaf 1323 zo’n belangrijke rol speelde in de economische ontwikkeling van Amsterdam, is eigenlijk een onbegrijpelijke kwestie. Maar de herinnering aan deze stedenband, waarmee de economische ontwikkeling van Amsterdam begon, is er nog aanwezig. Als men er oog voor wil hebben en als overambitieuze kunstmanagers, niet gehinderd door enige kennis, dit belangrijke erfgoed niet aan het oog onttrekken.

Bron

Janse, Herman, De Oude Kerk te Amsterdam, Zwolle/Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 2004. Ook online beschikbaar.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *