De Mozesput: een koninklijk monument voor een hertog
In het jaar 1385 arriveerden twee Hollandse beeldhouwers in de Bourgondische hoofdstad Dijon. Claes Sluter en zijn neef Claes die Werve waren oorspronkelijk afkomstig uit Haarlem en hadden de jaren daarvoor in Brussel gewerkt. Nu werden zij door hertog Filips de Stoute (1342-1404) ontboden aan het Bourgondische hof, om daar te komen werken aan de beelden die de grafkerk van de Bourgondische dynastie luister bij moesten zetten.
Deze grafkerk bevond zich op het terrein van de Chartreuse de Champmol, een kartuizerklooster even ten westen van het oude Dijon dat door Filips de Stoute in 1384 was gesticht met het doel om daar een necropolis voor zijn dynastie te vestigen. Vierentwintig monniken zouden daar dag en nacht voor het zielenheil van hem en zijn familie bidden. Er moest een gebouw verrijzen dat in alle opzichten de concurrentie zou kunnen aangaan met de Franse koninklijke grafkapel in Parijs. De hertog liet de beste kunstenaars naar Dijon komen. Ze stonden geheel en al in dienst van de hertog, maar genoten daarentegen een luxeleven waar ze nooit van hadden kunnen dromen.
Claes en Claes stonden aanvankelijk onder de supervisie van de hertogelijke opperbeeldhouwer, maar na diens dood in 1389 nam Claes Sluter de leiding over. De grafmonumenten voor Filips de Stoute en zijn vrouw Margaretha van Male zijn nog te zien in het Museum in Dijon. Het klooster in Champmol werd tijdens de Franse Revolutie met de grond gelijk gemaakt. Op het terrein bevindt zich sinds 1830 een psychiatrisch ziekenhuis.
Van de beeldhouwwerken resteert nog één stukje, maar dat is dan wel meteen een formidabel monument. Het is de zogeheten Mozesput (Puits de Moïse) die na de Revolutie was gered ter decoratie van de stadstuinen. Gelukkig onderkende men toen ook al de uitzonderlijke kwaliteit van de beelden. Op de Mozesput, eigenlijk de sokkel voor een grotere calvarie, vinden we beelden van zes profeten uit het Oude Testament: Mozes, David, Daniël, Zacharias, Jesaja, en Jeremia. De beelden waren ooit polychroom beschilderd door de beroemde schilder Jean Maelwael. Er zijn nog restjes te zien van die beschildering. Ook waren ze deels verguld en voor Jeremia werd een speciale bril van koper besteld. Die is helaas niet bewaard gebleven. Deze details zijn bekend omdat het volledige archief van de Chartreuse bewaard is gebleven; de bouwgeschiedenis van de Mozesput is daardoor goed te reconstrueren.
De gezichtsexpressie van de beelden van de profeten is verbijsterend realistisch en vooral menselijk. Niet ten onrechte is Claes Sluter wel vergeleken met Michelangelo, die 100 jaar later leefde. Ook de engeltjes die boven de profeten staan afgebeeld hebben allerlei herkenbare uitdrukkingen, variërend van ontzetting tot angst en ontzag. Claes Sluter en zijn team werkten tussen 1395 en 1405 aan de put en gingen daarna verder met de graftombes voor Filips de Stoute en diens vrouw Margaretha (†1405). Sluter zou dat niet meer lang meemaken, hij overleed in 1406. Het werk is daarna voortgezet door zijn ‘neef’ (= verwant) Claes die Werve die de monumenten voltooide in 1410.
Wanneer je om de Mozesput heenloopt valt op dat de meeste beelden je indringend aankijken. Dit effect zal nog sterker zijn geweest toen de helblauwe ogen er nog op geschilderd waren, maar het restant is nog altijd indrukwekkend. Over de betekenis van de beelden en de attributen die ze bij zich hebben is geschreven door Huizinga in diens Herfsttij der Middeleeuwen (Hoofdstuk 18). Ook de Franse Wikipediapagina biedt uitgebreid informatie. Laten we ons hier daarom beperken tot een beeldengalerij en ons verbazen over de schoonheid van dit alles.
De Mozesput is dagelijks te bezoeken van half tien ’s morgens tot 17 uur ’s middags. Een vriendelijke mevrouw aan de kassa verkoopt entreebiljetten voor slechts 3,50 euro per stuk. Wij waren de eerste bezoekers op een maandagmorgen en het was heel erg rustig.
Het is inderdaad een verbluffend monument. Het mooiste vind ik nog dat je je eerst een weg moet banen door de slagbomen en de gebouwen van het psychiatrisch ziekenhuis dat Champmol tegenwoordig is.
Dank voor je reactie, Mario, en leuk dat je mijn stuk las. Ja, de omgeving is apart, ook mede vanwege alle bewoners. Dijon is sowieso een prachtstad voor Bourgondisten.
Beste Ad van der Zee,
Vandaag voltooide ik met de hulp van André Stufkens een pagina op de website van “Het Woud der Verwachting”, een re-enactmentgroep uit de Graafschap Zutphen. Deze is gewijd aan de opmars van de bontmuts die we van verschillende Europese vorsten kennen en als icoon geijkt is door keizer Sigismund. Daarin verwijs ik naar jouw sympahtieke ontboezeming over de Mozusput. Toegankelijk geschreven en vooral uitnodigend om zelf eens te gaan kijken naar de restanten van dit kunstwerk, dat Claes van Werve, Claus Sluter en Johan Maelwael in opdracht van de Bourgondische hertogen hebben geschapen. Via deze weblink is mijn artikel te vinden: http://www.hetwoudderverwachting.nl/vorstelijke-bontmuts.html
Met vriendelijke groet, tot horens, Jacobus Trijsburg
Beste Jacobus, Dank voor je reactie en een mooi stuk over de bontmuts. Sorry dat ik zo laat reageer, maar ik heb blijkbaar jouw eerdere reactie gemist.
Groet, Ad van derZee