Avonturen van een Franse graaf in Holland (3)

In 1665 en 1666 verbleef de Franse edelman Armand de Gramont, graaf van Guiche (1637-1673) noodgedwongen in de Nederlandse Republiek. Dit is de derde aflevering van een aantal blogs over hem.
Het toeval wil dat op dit moment (november 2010) het Vlissingse standbeeld van Michiel de Ruyter in het Achterhoekse Vorden wordt gerestaureerd. Wat heeft dat nu met elkaar te maken zal men zich afvragen?

Het bronzen standbeeld van De Ruyter heeft zijn standplaats aan de Vlissingse boulevard.

De zomer van 1665 was een politiek gezien bijzonder enerverende tijd in de Republiek. Er was sinds het voorjaar oorlog met Engeland, gekenmerkt door de desastreus verlopen Slag bij Lowestoft, waarbij de vlootvoogd Van Wassenaer van Obdam omkwam. Zijn beoogd opvolger, Michiel de Ruyter, vertoefde op dat moment nog op zee. Hij was bezig met een grootscheepse expeditie die hem van West-Afrika, via het Caribisch gebied pas in het najaar weer in Europa zou brengen.

Portret van Christoph-Bernhard von Galen, prins-bisschop van Münster.

Aan de oostgrens was Bernhard von Galen, de prins-bisschop van Munster, op 23 september 1665 met zijn troepen de Republiek binnengevallen, omdat hij aanspraak maakte op gebieden in Gelre en Groningen. Het jaar 1665 leek in sommige opzichten op het latere Rampjaar 1672, toen de bisschop opnieuw de oostelijke gewesten binnenviel. Met dit verschil dat, dankzij de diplomatie van raadpensionaris Johan de Witt en de ambassadeur Coenraad van Beuningen, Frankrijk in 1665 nog aan de kant van de Republiek stond, tégen Engeland en tégen de bisschop van Munster.

De bisschop had tussen september en november al verschillende steden en stadjes veroverd, waaronder Borculo, Lochem, Vorden, kasteel Keppel, Doetinchem, Enschede en Ommen. Het plan was om de IJssel bij Zutphen over te steken, het land te brandschatten en zo de Republiek veel geld af te persen. De invallende winter ging met veel regen gepaard en dat verhinderde de plannen van de bisschop. Hij richtte daarna zijn pijlen op het Noorden, door een veldtocht richting Groningen te ondernemen, maar liep daarbij vast tussen Meppel en Staphorst.
De koning van Frankrijk had inmiddels hulp aan de Republiek toegezegd. Een groot Frans expeditieleger onder bevel van de vermaarde maarschalk Turenne trok op langs de Maas, maar vorderde slechts langzaam. Een deel van het leger onder bevel van Monsieur de Pradel trok sneller op en bereikte begin november Zutphen.

In de tussentijd maakte het Staatse leger zich gereed om de bezettingstroepen van de bisschop van Munster te verdrijven. De Staten-Generaal hadden daartoe Johan-Maurits van Nassau-Siegen als bevelhebber aangesteld. Onze Fransman, Armand de Guiche, bevond zich in diens gezelschap en had toestemming om met het leger mee op te trekken. Guiche heeft veel respect voor de prins, een aristocraat, net als hij, maar voor Cornelis de Witt, de broer van Johan die namens de Staten-Generaal als gecommitteerde toezicht houdt heeft hij geen goed woord over. Een bemoeial, en een burger bovendien.

Het 14de-eeuwse kasteel Vorden was in 1665 tijdelijk het hoofdkwartier van Staatse en Franse troepen. Het stadje Vorden is in 2010 de plek waar het standbeeld van Michiel de Ruyter wordt gerestaureerd.

Half november 1665 ontmoetten het Staatse leger en het vooruitgeschoven deel van het Franse elkaar aan de oevers van de IJssel. Men had het plan om het stadje Lochem te belegeren en terug te veroveren. Als voorlopig hoofdkwartier werd het kasteel van Vorden gekozen. De prins van Nassau-Siegen en zijn directe Franse collega Monsieur de Pradel, namen daar hun intrek. Ook Guiche was hierbij aanwezig. Hij vertelt hoe volstrekt onbegaanbaar en drassig het terrein tussen Vorden en Lochem was. De vorst had voor verraderlijke dunne laagjes ijs op de moerassige ondergrond gezorgd. De opmars van het leger naar Lochem duurde daardoor twee dagen omdat ze helemaal via Ruurlo moesten omlopen. Normaliter zou dit in twee uur hebben gekund.

Het beleg van Lochem van eind november 1665 wordt een staaltje van ‘moderne’ belegeringstechniek waar de militair Guiche geestdriftig over verhaalt en komt bij een volgende gelegenheid aan bod. Later, in 1666, zou Guiche bij De Ruyter aan boord de Vierdaagse Zeeslag meemaken en onder de indruk raken van De Ruyters militaire kwaliteiten en zeemanschap. Vorden en De Ruyter hebben elkaar dus al eens eerder ontmoet, in de gedachten van Armand de Gramont, graaf van Guiche.

Eerdere afleveringen van Avonturen van een Franse graaf in Holland:

Deel 1 – 11 januari 2010

Deel 2 – 8 februari 2010

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *