Avonturen van een Franse graaf in Holland (2)

In 1665 en 1666 verbleef de Franse edelman Armand de Gramont, graaf van Guiche (1637-1673) noodgedwongen in de Nederlandse Republiek.
Dit is de tweede aflevering van een aantal blogs over hem.

De juste-au-corps was een getailleerde, nauwsluitende jas met veel knopen die aan de onderzijde wijd uitstond en met een diepe split aan de achterzijde. De rhingrave was een broek met zeer wijde pijpen tot even over de knie, zoals een broekrok. Onder de knie werden daarbij nog wijde kanten kousebanden gedragen. Beide kledingstukken golden als extravagante mode-artikelen in de jaren ’60 van de 17de eeuw. De juste-au-corps werd in het Nederlands gewoonlijk buis of jak genoemd, maar de Franse benamingen, zoals Guiche die bezigt, komen ook voor. Deze afbeelding komt dicht in de buurt. Het lijdt geen twijfel dat Johan de Witt in deze uitdossing veel bekijks trok. Schilderij van Gerard Terborch.

Toen Armand de Gramont, graaf van Guiche, zich in de vroege zomer van 1665 in Den Haag meldde bij de Franse ambassadeur Godefroi graaf D’Estrades, viel hij politiek gezien met zijn neus in de boter. Er was namelijk net oorlog uitgebroken tussen de Republiek en Engeland en dus was er van alles aan de hand. Den Haag gonsde van diplomatiek overleg. Militair gesproken waren de Engelsen oppermachtig, de zeeslag bij Lowestoft was geëindigd in een verpletterende nederlaag voor de Republiek, waarbij de vlootvoogd, Jacob van Wassenaer-Obdam, om het leven was gekomen. Maar volgens Guiche was hier ook kwade opzet van Johan de Witt in het spel. Hij verwijt De Witt dat deze Obdam te zeer beknotte in zijn vrijheid van handelen omdat hij eigenlijk liever zelf opperbevelhebber van de vloot wilde worden. De dood van Obdam zou De Witt dan ook niet slecht zijn uitgekomen.

Na het fiasco van Lowestoft werd Michiel de Ruyter benaderd om de nieuwe bevelhebber te worden, maar De Ruyter was op dat moment net bezig met een grote campagne die hem naar het Caraïbisch gebied en de Noorse kust bracht. Hij zou pas in oktober weer in het land zijn. In de tussentijd meende Johan de Witt dat hij namens de Staten-Generaal op inspectie moest gaan bij de vloot die bij Texel voor anker lag. De manier waarop De Witt meende zich voor de gelegenheid helemaal in het nieuw te moeten steken werkte bij de edelman Guiche op de lachspieren. De Witt koos namelijk voor  uiterst modieuze kleding die tot dan toe nauwelijks bekend was in Nederland. Hij liet zich een met gouddraad bestikte juste-au-corps aanmeten met bijpassende rhingrave. Guiche meldt dat deze buitenissige kleding ook nog enige tijd in de etalage van een Haagse kleermaker hing, waar het veel bekijks trok.

Johan de Witt voerde natuurlijk niet echt het bevel over de vloot. Als raadpensionaris, een ambtenaar, oefende hij namens de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden het toezicht uit. In de Nederlandse politieke situatie van het stadhouderloze tijdperk was dat eigenlijk heel normaal. Maar voor een Franse edelman en militair als Guiche was dat ongehoord. Dat een burger zich met militaire zaken bemoeide was voor hem eigenlijk al onbestaanbaar, maar dat deze zich ook nog het bevel toeëigende…en dan ook nog in zo’n pak acte de présence kwam geven op de vloot. Voor Guiche was dit één grote komedie en nadien heeft hij Johan de Witt nooit meer serieus kunnen nemen. Maar hij kwam er achter dat het altijd nog erger kon, toen hij in de winter van 1665-1666 op campagne ging met het landleger waar Johans broer Cornelis de scepter kwam zwaaien. Maar daarover een volgende keer.

Een eerdere aflevering over Guiche in Holland is geplaatst op 11 januari 2010.

2 antwoorden

Trackbacks & Pingbacks

  1. […] Avonturen van een Franse graaf in Holland (2) February 2010 1 comment […]

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *