Onder de Rede van Texel
Onlangs hield de Vereniging voor Zeegeschiedenis, waar ik lid van ben, haar voorjaarsvergadering. Het ging vooral over onderwaterarcheologie en een van de sprekers op die bijeenkomst was Arent Vos. Arent is onderwaterarcheoloog en was ook lange tijd professioneel duiker. Zoals hijzelf pleegt te zeggen: ‘duiken is voor mij alleen maar een manier om op mijn werk te komen; daar beneden, daar begint pas het eigenlijke werk’.
Ik ken Arent al vele jaren en gedurende al die tijd is hij onvermoeibaar bezig om op de deuren te bonzen van beleidsmakers, politici en bureaucraten om hen te doordringen van het belang van de onderwaterarcheologie en vooral van de noodzaak tot bescherming van het maritiem erfgoed, zoals scheepswrakken, die in de Nederlandse wateren zijn gelegen. Want daar gaat het niet zo goed mee, we schreven er al eerder over hier op Wel heb je Ooit.
Het punt is namelijk dat binnen archeologische beleidskringen de regel geldt: als je het niet hoeft op te graven, laat dan vooral lekker liggen en als het wel opgegraven moet worden, omdat er een nieuwe stadswijk wordt aangelegd, een spoorlijn of een weg, dan moet de degene die daartoe opdracht geeft meebetalen aan archeologisch onderzoek. In andere gevallen blijft het bodemarchief intact en onverstoord.
Voor scheepswrakken in de Waddenzee gaat die vlieger niet op, want daar is het de natuur zelf die de veroorzaker is van verstoringen. Zeestromingen verleggen zich van jaar tot jaar, geulen worden uitgesleten, hier wordt zand gedeponeerd, elders wordt het verplaatst. Scheepswrakken die jaren lang onder het zand lagen komen plots bloot te liggen. Met elke eb-en vloed-beweging spoelt de zee nieuwe stukken schip weg, de paalworm vreet het hout op en anders trekken vissers met hun netten de resten wel weg. Wrakken en de voorwerpen die er nog in zitten en ons enorm veel historische informatie hadden kunnen bieden worden voor altijd vernietigd, onherstelbaar.
Maar kun je een moedwillige verstoorder van archeologische monumenten op het land nog opsporen en een boete geven, de zee zelf kun je niet bekeuren. En daarom loopt Arent Vos al jaren te hoop om overheden te overtuigen dat die wrakken bescherming behoeven of dat er meer geld naar onderzoek toe moet vóór dat ze vernietigd zijn. Dat maakt hem niet altijd populair bij technocraten en bureaucraten – daar heb je hém weer! –, maar wel tot een bevlogen belangenbehartiger van maritiem erfgoed.
Zelf doet Arent doorlopend onderzoek naar die scheepswrakken in vooral de Waddenzee, maar ook elders. Vorig jaar verscheen een dik boek van zijn hand waarin hij al zijn kennis en ervaring heeft neergelegd. Het heeft de wat nuchtere titel ‘Onderwaterarcheologie op de Rede van Texel’, maar vormt de weerslag van jaren onderzoek. Op de site van de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed is het boek ook als pdf te downloaden. Zeer aanbevolen en werkelijk een must voor iedereen die met scheepsarcheologie te maken heeft of daar belang in stelt. Het boek laat op overtuigende wijze zien welke enorme schatten er onder water zijn gelegen, al gaat het zelden of nooit over goud en zilver, maar wel om talloze interessante voorwerpen die sterk bijdragen aan kennis over onze maritieme geschiedenis. Veel aandacht is er voor methodiek, maar gelukkig ook voor de historische achtergronden van de schepen die werden gevonden. Talloze tekeningen en foto’s zorgen voor een aantrekkelijk geheel.
Arent D. Vos, Onderwaterarcheologie op de Rede van Texel, Amersfoort, 2012 (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).
Voor de pdf, zie hier: http://www.cultureelerfgoed.nl
Veel wat in het boek wordt behandeld is ook te zien op diverse tentoonstellingen in het Texelse Maritiem Museum ‘Kaap Skil‘.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!