In Vézelay is al vijfduizend jaar wat aan de hand
In de Volkskrant van zaterdag 16 januari 2009 schreef Ariejan Korteweg een mooi stuk over de basiliek van Sainte-Madeleine in Vézelay. Ook te lezen op Volkskrantreizen.nl De basiliek, voornamelijk gebouwd in de 12de eeuw, is een wonder van Romaanse architectuur en een van de mooiste kerken op een van de mooiste plekken die je kunt bedenken. Even afgezien van de ingrijpende restauraties van de 19de eeuw, nadat de kerk en het bijbehorende klooster na de Revolutie deels waren afgebroken, maar daar gaat het hier niet om.
In zijn stuk vraagt Korteweg zich af waarom de kerk eigenlijk op de heuvel werd gebouwd. Om dat te begrijpen moeten we terug in de geschiedenis. Ver terug in de geschiedenis, tot in de prehistorie aan toe.
De kerk met het bijbehorende klooster werden eind 9de eeuw op de heuvel gebouwd (en in later eeuwen steeds verder uitgebreid) nadat de Noormannen in 873 vèr de Seine en de Yonne waren opgevaren om Bourgondië te plunderen. Ook het nonnenklooster onder aan de heuvel bij het huidige Vézelay dat begin 9de eeuw was gesticht door Gerard van Rousillon moest er aan geloven. Vandaar die verplaatsing vanaf de plek waar nu het plaatsje Saint-Père-sous-Vézelay ligt, naar een veiliger plek bovenop en bovendien vanaf dan bevolkt door weerbare monniken.
In de 11de eeuw werden de relieken van Maria Magdalena naar Vézelay overgebracht en dat gaf de kerk een onweerstaanbare aantrekkingskracht op talloze pelgrims die tot op de dag van vandaag de plek bezoeken. De kerk zelf met zijn fantastische beeldhouwwerk en bijzondere lichtval is één van de toeristische topattracties van Frankrijk.
Wie onder aan de heuvel in de omgeving van Saint-Père rondkijkt, stuit al gauw op de Fontaines-Salées. En daar ligt de werkelijke oorsprong van Vézelay. Want Fontaines-Salées is een zeer oud Romeins tempelcomplex met badhuizen, thermen voor vrouwen en mannen, relaxruimtes en alles wat daar bij hoorde. De Romeinen bouwden daarbij voort op het Keltische (Gallische) heiligdom dat daar al was vóór hun komst naar deze regio. Dit complex wordt gevoed door radioactieve zoutwaterbronnen, die nog altijd stromen. Dat water werd geacht goed te zijn voor je gezondheid. Wel, ik heb het gedronken en geloof me: het is niet te zuipen, maar dat terzijde. De bodem ter plaatse is van een speciale kalksoort, die heel veel zouten bevat. Dat zout werd al sinds mensenheugenis gedolven en verhandeld, ook in de latere tijd van het eerste klooster van Vézelay, dat met de winning en verkoop van dat zout zijn voornaamste inkomsten verwierf.
Fontaines-Salées op Google Maps
Als je rondloopt op Fontaines-Salées zijn die waterbronnen makkelijk te vinden. Ze bestaan uit een mooie afgemeten put met houten wanden, waar blub-blub, om de paar seconden gassen uit de bodem opwellen. Archeologen hebben die houten wanden onderzocht op hun ouderdom en wat bleek? Het eikenhout van die putwanden was gekapt omstreeks 2300 voor Christus! Al bijna vijfduizend jaar geleden, in de nieuwe steentijd, kwamen er mensen naar deze plaats voor het zout en de zoutwaterbronnen, vele honderden jaren lang.
De steentijdmensen werden opgevolgd door de Galliërs die al even gefascineerd waren door de plaats met zijn bronnen en er een heiligdom bouwden. De Romeinen bouwden het complex uit; de zoutwinning werd georganiseerd binnen een villa. Toen de Germaanse Franken en Bourgondiërs eind 3de eeuw de Romeinen verjaagden namen zij de Romeinse villa ter plaatse en de zouthandel gewoon over. De Germanen werden christenen, de Bourgondische edelman Gérard die het gebied onder zijn beheer had stichtte op de villa een klooster…. en zo zijn we weer waar we begonnen.
Neolithische zoutdelvers – Kelten – Romeinen – Germanen – kloosterlingen – Noormannen – pelgrims en ten slotte de moderne toerist. Ze komen al vijfduizend jaar naar Vézelay, ieder vanuit eigen economische of culturele motieven, maar ze komen allemaal naar die plek en dat geeft de plaats zo’n waanzinnige historische sensatie.
Jammer dat de kerk Notre-Dame in St-Père, tussen Vézelay en de fontaines salées niet wordt vermeld. Zeer de moeite waard met hhet subtiele beeldhouwwerk.
Ook jammer dat het taalgebruik in dit artikel niet optimaal is.
Dank dat je de moeite hebt genomen om op mijn blogpost te reageren. Dat ik die kerk niet noem is omdat mijn stuk geen toeristisch artikel is, het gaat over de continuïteit van de geschiedenis. Je opmerking over het taalgebruik kan ik niet plaatsen.