Het graafschap Holland (1)

,

Graaf Willem II (1234-1256) en zijn zoon Floris V (1254-1296), twee beroemde graven van Holland. Paneel uit de portrettengalerij van de Hollandse graven in het stadhuis van Haarlem (eind 15de eeuw).

Voor mij, die nog op een tamelijk ouderwetse wijze middelbaar onderwijs heeft gehad en later geschiedenis is gaan studeren -middeleeuwse geschiedenis zelfs- is het begrip ‘het graafschap Holland’ volkomen gesneden koek. Ik heb nog op school geleerd dat het graafschap de middeleeuwse voorloper was van de Nederlandse staat, dat er door tal van verwikkelingen, zoals de 80-jarige oorlog, een andere staatsvorm ontstond – de Republiek- en dat die in 1813 werd opgevolgd door het Koninkrijk der Nederlanden, even kort door de bocht gezegd. Het verbaasde me daarom nogal toen ik er onlangs achter kwam dat dergelijke basiskennis lang niet bij iedereen aanwezig is. Goed, wanneer je nú de straat op loopt en de eerste 10 voorbijgangers zou vragen: ‘Kent u het graafschap Holland’, zou je in zeker 9 gevallen wazige blikken ontmoeten. Bij het grote publiek is het begrip behoorlijk onbekend, dat wil ik wel geloven, maar dat ‘het graafschap Holland’ ook bij academici en iets jongere collega’s op niet meer dan een vage notie kan rekenen, dat had ik niet verwacht.

Mijn moeder (geboren in 1922)  kon nog moeiteloos via een ezelsbruggetje alle graven uit het Hollandse Huis opsommen: Dikke, dikke, Arnoud, dikke, dikke Flo. Dik Flo, Dik Flo, dikke Ada, Wim Flo, Wim Flo, Jan Eén. Ikzelf heb dat rijtje van Dirken, Willems en Florissen al niet meer hoeven leren en vandaag de dag is kennis over het graafschap Holland tot het domein van een select gezelschap historisch specialisten gaan behoren. De groep die het graafschap Holland nog op school heeft moeten leren wordt allengs kleiner.

Wat is er gebeurd? Waarom kennen velen het graafschap Holland niet meer zoals dat lange tijd wel gebruikelijk was? Blijkbaar was er de laatste jaren minder behoefte aan ‘Holland’, zo zou je kunnen veronderstellen. Het wordt niet meer standaard onderwezen op middelbare scholen, hooguit nog in projectmatige vorm. ‘Holland’ was daarvoor een begrip dat op bepaalde momenten in de geschiedenis goed van pas kwam, vanuit het oogpunt van nation building, van identiteit of van nationalisme. Of alles tegelijk, de late 19de eeuw was er sterk in om zijn historische wortels te verheerlijken vanuit een nationaal perspectief. Zoiets blijft decennia doorwerken en dan is het begrijpelijk dat de schoolboekjes die scholieren zoals mijn moeder in de jaren ’30 te zien kregen nog veel 19de-eeuws ‘nationalistisch’ Holland bevatten.

De geleerden die in de late 16de eeuw de ideologische kant van de oorlog tegen Spanje vorm gaven hebben evenzeer bijgedragen aan een traditioneel Holland-begrip. Zij moesten immers een land bedenken dat in opstand kwam tegen zijn wettige heerser en grepen niet alleen terug op een gedroomd Bataafs verleden, maar ook op het graafschap Holland dat in die tijd feitelijk nog bestond en in hun ogen alleen een andere soeverein nodig had.

Het graafschap Holland heeft werkelijk bestaan, maar is in veel opzichten ook een constructie, waarvan de vorm en betekenis varieert met de tijd. Door de eeuwen heen schept men telkens een ander Holland, al naar gelang de behoefte aan een voorbeeld uit het verleden. En kennelijk was die behoefte de laatste decennia verminderd.De schoolboekjes besteedden meer aandacht aan grote internationale thema’s, zoals kolonialisme of migratiestromen dan aan de geschiedenis van één bepaalde regio in het huidige Nederland. En parate feitenkennis, zoals de namen van de opeenvolgende graven, speelt al helemaal een ondergeschikte rol.

Tot opeens het jaar 2018 in beeld komt en politici en beleidsmakers in West-Nederland zich gaan afvragen of er de komende jaren nog iets te herdenken valt. En dan is het Bingo! Want was het niet zo dat in 1018 een lokale mannetjesputter, de graaf van Holland, in de buurt van Vlaardingen een compleet Duits ridderleger in de pan had gehakt? Stond deze graaf Dirk III daarmee niet direct aan de basis van de Hollandse onafhankelijkheid en de Hollandse identiteit? En kunnen we daarom niet binnenkort het 1000-jarig bestaan van Holland vieren? Zeg maar?

Identiteitsconstructie is een belangrijk item in de moderne geschiedschrijving. Door de studie van het verleden, in een gewenste context, voorziet men zichzelf van een bepaalde historische identiteit en die behoefte is onverminderd groot. Juist ook nu, zou je kunnen zeggen. Autochtonen willen hun positie bepalen tegenover nieuwkomers, maar tegelijk willen we de nieuwkomers ook iets vertellen over de oorsprong van het land waar ze in terecht zijn gekomen. Historische identiteit kan zowel afstand scheppen als verbinden. Grotere politieke eenheden, zoals de Europese Unie, zetten het traditionele nationalistische zelfbeeld onder druk, maar zorgen er ook voor dat mensen gaan zoeken naar andere, soms oudere, culturele verbanden. De zoektocht naar de Hollandse identiteit en zijn middeleeuwse wortels is weer helemaal actueel. En daarom zal ik de komende tijd in diverse blogs me eens wat vaker gaan bezighouden met het middeleeuwse graafschap Holland.
Het is in dit wat theoretische kader natuurlijk niet écht belangrijk en mogelijk zelfs wat triviaal, maar zou het toch niet aardig zijn als er binnenkort weer wat meer Hollanders zouden zijn die kunnen opsommen wie hun heersers van weleer waren?

Dikke, dikke Arnoud, dikke, dikke Flo...

(Wie meer wil weten over de afzonderlijke graven van het graafschap Holland tussen 900 en -formeel- 1581, lees vooral het boek van Dick de Boer en Erik Cordfunke, Graven van Holland uit 2010.)

3 antwoorden
  1. Joan Bos
    Joan Bos zegt:

    Zowel de graven als gravinnen van Cordfunke heb ik in de kast staan. Mijn pa kon over de St. Elizabethsvlied vertellen alsof die in 1953 was gebeurd. Pas later kwam ik er achter dat het plaatsje Broek bij de Broekseweg al in de middeleeuwen was verdwenen. Overigens was pa boer. Ook die had het op de lagere school geleerd.

    Beantwoorden
  2. Andreas Dijk
    Andreas Dijk zegt:

    Ik kan ook ‘Geschiedenis van Holland’ (uitgegeven in 2002 bij VerLoren) aanbevelen als informatiebron. 4 delig:
    deel I: Geschiedenis van Holland tot 1572
    deel II: Geschiedenis van Holland 1572 tot 1795
    deel IIIa: Geschiedenis van Holland 1795 tot 2000
    deel IIIb: Geschiedenis van Holland 1795 tot 2000

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *